Behandeling knieslijtage
De behandeling van knieslijtage is afhankelijk van de ernst van de knieslijtage. Bij lichte knieslijtage wordt gekozen voor een niet- operatief behandeltraject. Dit kan bestaan uit aanpassing van activiteiten, pijnstilling, fysiotherapie en soms een injectie in de knie met ontstekingsremmende medicijnen. Als er sprake is van een standsafwijking van de knie wordt in sommige gevallen gekozen voor een corrigerende brace of een osteotomie om de pijn te verminderen.
Bij ernstige knieslijtage is het gewrichtskraakbeen vaak zo ernstig beschadigd dat de beweeglijkheid van de knie en de pijn alleen verminderd kan worden door middel van een knieprothese. Hieronder leest u meer over de knieprothese behandeling.
De knieprothese
Knieprothesen zijn ontworpen om de levenskwaliteit en mobiliteit te verhogen bij lichaamsbeweging. Het is dan ook een ingreep die orthopedisch chirurgen veelvuldig uitvoeren. Bij Bergman Clinics | Bewegen wordt gebruikgemaakt van hoogwaardige implantaten met een bewezen track record. Welk implantaat het meest geschikt is voor u, wordt bepaald in overleg met uw behandelend specialist.
Hoe lang duurt een knieprothese operatie?
De knieprothese operatie duurt zo'n 2 uur en verloopt onder algehele anesthesie (narcose) of een kortwerkende ruggenprik; in beide gevallen gecombineerd met LIA (Lokale Infiltratie Anesthesie, kortweg plaatselijke verdoving in hoge concentraties). Deze nieuwe LIA techniek geeft betere pijnstilling, minder misselijkheid en werkt zo goed, dat al enkele uren na de kunstknie operatie kan worden begonnen met staan en lopen, onder begeleiding. De vorm van het kniegewricht wordt aangepast aan de knieprothese, om ervoor te zorgen dat de knieprothese past en de knie stabiel is. Na het inpassen van een proefprothese, plaatst de orthopeed de definitieve knieprothese. Uw been wordt mooi recht gemaakt, zodat de knieprothese niet zichtbaar is. Alvorens de knie gehecht wordt, test de orthopeed nogmaals de knieprothese op juiste plaatsing en beweging.
Er zijn twee type protheses voor de knie:
Halve (unicondylaire) knieprothese
Als slechts één zijde van het kniegewricht door artrose is aangetast, bijvoorbeeld alleen de binnenkant, dan wordt er soms een halve knieprothese geplaatst (afbeelding 2). Het bovenbeencomponent wordt op het dijbeen (femur) geplaatst en het glijvlak wordt op het beschadigde deel van het onderbeen (tibia) verankerd.
Een halve knieprothese wordt ook wel een hemi-knieprothese genoemd. De halve knieprothese vervangt niet de kruisbanden, daarom moeten de kruisbanden intact zijn bij deze ingreep.
Het voordeel van de ingreep van een halve knieprothese is dat de eigen knie grotendeels wordt behouden. Bovendien voelt de knie daardoor met een halve knieprothese, in vergelijking met een totale knieprothese, meer 'eigen' aan. Die knie heeft een betere functie en toont een sneller herstel na de operatie.
Totale knieprothese
De beschadigde gewrichtsoppervlakken worden vervangen door een knieprothese die het botoppervlak aan de onderkant van het bovenbeen en aan de bovenkant van het onderbeen geheel bedekt (afbeelding 3). De knieprothese is gemaakt van een metaallegering. Soms wordt het beschadigde kraakbeen van de knieschijf vervangen door een plastic (polyethyleen) prothese. Doordat de boven- en onderbeenprothese niet mechanisch met elkaar verbonden zijn, moeten de eigen collaterale banden van de nieuwe knie voor voldoende stabiliteit zorgen.
De fixatie van de knieprothese componenten is afhankelijk van de keuze van de operateur. Bij de totale knieprothese wordt meestal een snel uithardend materiaal gebruikt (het zogenaamde botcement). De protheseonderdelen worden dan met cement bevestigd. Op dezelfde manier wordt ook de onderbeenprothese op het onderbeen (tibia) verankerd. In de onderbeenprothese wordt een plastic glijlaag aangebracht die samen met de bovenbeenprothese de glijlaag vormt van de totale knieprothese. Een gecementeerd, maar ook de ongecementeerde kniegewricht kan kort na de operatie volledig belast worden, zodat de cliënt al op dezelfde dag van de ingreep op het geopereerde been kan staan.
Tijdens de operatie wordt het aangetaste kniegewricht vervangen door een kunstgewricht. De implantatie hiervan neemt ongeveer één tot twee uur in beslag en wordt uitgevoerd onder spinale verdoving (ruggenprik) of algehele narcose.
Osteotomie
Bij artrose van de knie kan er een scheve stand ontstaan van het been. Dit kan worden gecorrigeerd door een standscorrectie; osteotomie. Door middel van de osteotomie wordt de toegenomen scheefstand gecorrigeerd naar een neutrale beenas. Bij de behandeling wordt het scheenbeen net onder de knie bijna doorgenomen. Het been wordt vervolgens met een “open wig” weer gefixeerd. Dit gebeurt met een stevige plaat met schroeven. Door de juiste beenas te herstellen wordt de overbelasting op de versleten binnenzijde van de knie verminderd en wordt de buitenzijde van de knie zwaarder belast. Hierdoor wordt de pijn ten gevolge van de slijtage verminderd tot opgeheven. Deze periode kan gemiddeld 5 tot 7 jaar duren.
Het voordeel van deze ingreep is dat het eigen gewricht behouden blijft. Deze ingreep is vooral bedoeld voor de jongere doelgroep. Wij maken gebruik van de modernste technieken waardoor er zo min mogelijk weefselschade is en het herstel na een osteomie spoedig verloopt.
ACP-injecties
Na uitgebreid wetenschappelijk onderzoek en studies verricht bij Bergman Clinics blijkt dat er een nieuwe methode om klachten van een versleten gewricht aan te pakken beschikbaar is. Bij deze methode wordt bloed afgenomen uit uw arm en bewerkt om het plasma deel van het bloed te behouden. Dit plasma, waarin lichaamseigen groeifactoren zijn geconcentreerd, wordt onder plaatselijke verdoving ingespoten in het gewricht. Lees meer over de ACP-injecties.
Let op: de ACP-injectie wordt niet altijd door u zorgverzekeraard vergoed.
Meer weten over deze behandeling bij Bergman Clinics | Bewegen? Neem dan contact op. Wilt u direct een afspraak maken? Dat kan met een verwijzing van uw huisarts.