Het dragen van arm of beengips

Voorlezen

Hierbij enkele tips voor als uw arm of been in het gips zit.

Als uw arm in het gips zit

Draag uw arm altijd in een mitella of leg hem op een kussentje op uw schoot. Zorg er steeds voor dat uw hand hoger is dan uw elleboog. Uw hand moet volledig in de mitella zitten. ‘s Nachts kunt u de mitella afdoen en uw arm eventueel op een kussentje laten rusten. In verband met een mogelijke zwelling kunt u beter geen ringen dragen. Om de doorbloeding te kunnen controleren kunt u bovendien beter geen nagellak opdoen.

Als uw been in het gips zit

Leg uw been op één of meerdere kussens. Het is belangrijk dat uw voet hoger ligt dan uw knie en uw knie weer wat hoger dan uw heup en dat uw hiel vrij ligt. ‘s Nachts kunt u een kussen onder het voeteneinde van uw matras leggen. U kunt beter niet teveel lopen (met uw krukken), omdat uw been dan teveel naar beneden hangt.

Bewegen

Het is belangrijk dat u oefeningen doet met het ingegipste lichaamsdeel om de bloedsomloop te stimuleren, uw gewrichten soepel te houden en de spierkracht zoveel mogelijk op peil te houden. Doe iedere oefening vijf keer achter elkaar en herhaal dit enkele malen per dag.

Armoefeningen

• maak drie tellen lang een stevige vuist, strek uw vingers vervolgens drie tellen;
• draai rondjes met uw schouder: ga in een iets voorovergebogen houding staan en maak een
bewegingen alsof u ouderwets koffie maalt;
• als uw elleboog niet is ingegipst: strek en buig uw elleboog.

Beenoefeningen

• trek uw tenen naar u toe (richting uw neus) voor drie tellen, druk ze hierna drie tellen van uw af;
• zittend: til uw been gestrekt gedurende drie tellen op;
• als uw knie niet is ingegipst: buig en strek uw knie.

Elleboogkrukken

Als u een klein stukje moet lopen (bijvoorbeeld naar het toilet), mag u NIET op het gips lopen of staan zonder gebruik van uw krukken. Als u loopgips heeft, zorg er dan voor dat u niet met dit been gaat slepen. Loop net als anders. Als u uw enkel niet kunt gebruiken, moet u kleine stapjes nemen. Onder het loopgips is meestal een zool bevestigd, die u kunt losmaken als u naar bed gaat. De zool is vaak dikker dan een schoenzool. Om te zorgen dat u hiervan tijdens het lopen geen last heeft, kunt u aan uw niet-ingegipste been een schoen dragen met een zool of hak van vergelijkbare hoogte. Bij loopgips moet u uw been ondersteunen als u zit. Dit kunt u doen door uw been bijvoorbeeld op een krukje te leggen. Dit voorkomt zwelling van uw been en voet.

Het afhalen van gips

Als uw beengips er weer af wordt gehaald, kunt u het beste krukken en stevige schoenen meenemen. U hebt deze ondersteuning in het begin nog nodig, omdat uw spieren zwak zijn geworden. Het is mogelijk dat u in het begin een dikke enkel of voet krijgt. Dit is niet erg en gaat vanzelf voorbij maar beter is dan uw voet of arm hoog te houden.

Bij welke klachten bellen?

• als uw vingers of tenen blauw, wit of erg dik worden;
• als uw vingers of tenen tintelen en dit niet overgaat;
• als u uw vingers of tenen nauwelijks kunt bewegen;
• als u pijn of een knelling voelt die niet overgaat;
• als het gips gebroken of gescheurd is;
• als het gips nat geworden is.

De gipsverbandmeester zal het korset met alle zorgvuldigheid aanleggen, maar het kan altijd voorkomen dat u er toch last van krijgt. Indien u last krijgt kunt u altijd even bellen. U kunt contact opnemen met Bergman Clinics via: 088 9000 500 of per mail: gipskamer.naarden@bergmanclinics.nl indien u in de kliniek in Naarden bent geweest en gipskamer.rijswijk@bergmanclinics.nl indien u in de kliniek in Rijswijk bent geweest. Wij wensen u een voorspoedig herstel!