Echocardiogram (hart echo)
Met een echocardiogram kunnen we de structuur en functie van het hart en de hartkleppen onderzoeken. Dit doen we door middel van geluidsgolven.
De beelden geven een indruk van:
- de grootte van de hartkamers (boezem en kamer);
- de dikte van de hartspier;
- de pompfunctie van het hart;
- het functioneren van de hartkleppen (lekkage of vernauwing);
- schade door bijvoorbeeld een eerder doorgemaakt hartinfarct;
- abnormale verbinding tussen 2 compartimenten van het hart;
- stolsels of tumoren in het hart;
- vocht of bloed in het hartzakje;
- de aortawortel.
Echocardiografie is breed inzetbaar als onderzoek bij verschillende hartaandoeningen. De echolaborant voert het onderzoek uit.
Voorbereiding
Voor dit onderzoek hoeft u zich niet voor te bereiden.
Het onderzoek
Het onderzoek duurt gemiddeld een half uur, doet geen pijn en is niet schadelijk. Tijdens het onderzoek ligt u grotendeels op uw linkerzijde op de onderzoeksbank. Uw bovenlijf is ontkleed. De echolaborant plakt 3 ECG-elektroden op uw ontblote bovenlijf. Daarmee registreert deze uw hartslag.
Om het hart en de bloedvaten goed in beeld te brengen, doet de echolaborant een gel op uw huid. Deze voelt koud aan. Vervolgens plaatst de echolaborant een transducer op de huid en beweegt dit over uw borst. Een transducer is een klein apparaat dat geluidsgolven uitzendt en weer opvangt. Het opgevangen signaal wordt omgezet in beelden. Soms moet de echolaborant de transducer stevig op de huid drukken om dieper gelegen bloedvaten in beeld te brengen.
Tijdens dit onderzoek hoort u vaak ook zelf de geluiden van de bloedstroom. Na afloop halen we de gel van uw lichaam en kunt u zich weer aankleden.