Minder goed zien bij volwassenen

Wat bedoelen we met minder goed zien?

Minder goed zien betekent dat je zicht verslechtert en je bijvoorbeeld moeite hebt met scherpstellen, kleuren onderscheiden of details waarnemen. Dit kan geleidelijk ontstaan of ineens optreden. Het kan zich uiten als:

• Wazig of dubbel zien.
• Minder goed kunnen lezen of veraf kijken.
• Slechter zicht in het donker.
• Last van fel licht of schitteringen.

Afhankelijk van de oorzaak kan het probleem met je ogen tijdelijk of blijvend zijn.

Wat zijn de oorzaken van minder goed zicht?

Er zijn verschillende redenen waarom je minder goed kunt zien. De meest voorkomende oorzaken zetten we voor je op een rij:

• Ouderdom: Vanaf ongeveer 40 jaar neemt de elasticiteit van de ooglens af, waardoor lezen moeilijker wordt.
• Droge ogen: Onvoldoende traanproductie kan leiden tot een wazig zicht en geïrriteerde ogen.
• Bijziendheid of verziendheid: Een bril of contactlenzen kunnen helpen om dit te corrigeren.
• Staar: Staar is een vertroebeling van de ooglens die vooral bij ouderen voorkomt.
• Maculadegeneratie: Maculadegeneratie betekent dat er schade aan de macula (midden van het netvlies) is, wat het centrale zicht aantast.
• Diabetes: Een oogziekte die voorkomt bij mensen met diabetes en het netvlies beschadigt.
• Oogdrukproblemen: Verhoogde oogdruk kan het zicht langzaam verslechteren en uiteindelijk leiden tot blindheid.
• Migraine met aura: Tijdelijke lichtflitsen of vlekken in het zicht voorafgaand aan hoofdpijn.
• Medicatie: Sommige medicijnen kunnen bijwerkingen hebben die invloed hebben op je zicht.

Hoe je minder goed zien herkent

Niet iedereen merkt meteen dat het zicht achteruitgaat. Soms passen je hersenen zich langzaam aan, waardoor de verslechtering minder opvalt. Let op deze signalen:

• Je moet vaker je ogen samenknijpen om scherp te zien.
• Je hebt moeite met lezen, zelfs met voldoende licht.
• Je ziet kleuren doffer dan normaal.
• Je hebt last van wazige of donkere vlekken in je zicht.
• Je ervaart een toename van lichtgevoeligheid of last van schitteringen.
• Je mist details, bijvoorbeeld in gezichten of verkeersborden.

Als je deze symptomen herkent, is het verstandig om je ogen te laten controleren.

Naar een arts bij minder goed zicht

Niet elk probleem met je zicht is direct reden tot zorgen, maar sommige signalen vereisen medische aandacht. Maak een afspraak met een oogarts of optometrist als:

• Je plotseling minder goed ziet of dubbel ziet.
• Je zwarte vlekken, flitsen of vervormingen in je zicht ervaart.
• Je oogpijn hebt in combinatie met wazig zien.
• Je zicht snel achteruitgaat.
• Je een familiegeschiedenis hebt van oogaandoeningen zoals glaucoom of maculadegeneratie.

Een tijdige diagnose kan helpen om ernstige problemen te voorkomen of te vertragen.

Wat kan de arts doen als je minder goed ziet?

Een oogarts of optometrist kan verschillende onderzoeken doen om de oorzaak van je verminderde zicht te achterhalen. Dit kan onder andere bestaan uit:

• Een oogmeting: Om te bepalen of je een bril of lenzen nodig hebt.
• Oogdrukmeting: Om te controleren op glaucoom.
• Netvliesonderzoek: Om aandoeningen zoals maculadegeneratie of diabetische retinopathie op te sporen.
• Gezichtsveldonderzoek: Om te kijken of er blinde vlekken in je zicht zijn.
• Tranenonderzoek: Om te controleren of droge ogen een rol spelen.

Afhankelijk van de diagnose kan de arts een behandeling voorstellen, zoals een bril, medicatie, oogdruppels of in sommige gevallen een operatie.

Minder goed zien hoeft niet te betekenen dat je zicht voorgoed verloren is. Met de juiste diagnose en behandeling kun je vaak nog lang genieten van goed zicht. Merk je dat je zicht achteruitgaat? Wacht dan niet te lang en laat je ogen controleren! Of neem contact op voor advies. Onze ervaring specialisten, door het hele land, helpen je graag verder.