Complicaties bij ooglaseren of lensimplantatie

Behandelingstraject

Mogelijke complicaties per behandeling

Hieronder vindt u mogelijke complicaties en neveneffecten bij refractieve chirurgie in het algemeen en ooglaseren en lensimplantatie in het bijzonder. Deze mogelijke complicaties komen zelden voor, zijn goed te voorkomen en als ze optreden vaak ook goed te behandelen. Een aantal neveneffecten verdwijnen vanzelf.

Mogelijke complicaties refractieve behandelingen algemeen

  • Verhoogde oogdruk
    Kort na de behandeling kan de oogdruk stijgen. Dit is tijdelijk en kan meestal met medicijnen worden gereguleerd. Een enkele keer is een medische ingreep nodig.
  • Oogontsteking (infectie)
    Als u zich zelf goed houdt aan de simpele voorschriften, zijn infecties zeldzaam. De kans op een ontsteking na een behandeling is zelfs kleiner dan bij het dragen van contactlenzen. Een infectie is doorgaans goed te verhelpen met medicijnen.
  • Over- of ondercorrectie van de afwijking
    Dit is geen complicatie maar wel een ongewenst effect. Dit wordt opgelost met een nabehandeling met laser.

Mogelijke complicaties na ooglaseren

  • Verhoogde gevoeligheid voor licht
    Enkele weken na de behandeling kunnen uw ogen erg gevoelig zijn voor licht: ‘transient light sensitivity syndrome’ (TLSS). Deze bijwerking is onhandig maar kan geen kwaad en is met oogdruppels snel te verhelpen.
  • Schittering (glare)
    Schittering is ook een vorm van overgevoeligheid voor licht. De kans op schitteringen na ooglaseren is kleiner dan bij het dragen van contactlenzen. Het vermindert of verdwijnt meestal vanzelf.
  • Kringen om lampen zien (halo)
    Halo's zijn ook een vorm van overgevoeligheid voor licht en komen vooral voor als u in het donker erg grote pupillen hebt. Daarom meten we vooraf de grootte van uw pupillen.
  • Littekenvorming (haze)
    Er kan littekenweefsel vormen in het centrum van het hoornvlies. Als het al gebeurt, is het vaak licht en het heeft weinig invloed op het gezichtsvermogen. Meestal verdwijnt het binnen een paar weken vanzelf.

Specifiek voor de LASIK-ooglaserbehandeling:

  • Er is een kans dat het met de laser gemaakte flapje niet compleet is of niet kan worden omgevouwen. De behandeling wordt dan enkele maanden uitgesteld.
  • Soms kan in de dagen na de behandeling de hoornvlieslaag waarin gelaserd is, geprikkeld raken. Dat heet DLK (Diffuse Lamellar Keratitis). Dit is meestal met oogdruppels te verhelpen. Soms moet het flapje opnieuw gelift worden om het hoornvlies eronder te spoelen.
  • Als het hoornvliesflapje wordt aangeraakt voor het vastgegroeid is, kan het iets verschuiven of kunnen er plooitjes ontstaan. Het moet dan worden gelift en gladgestreken.
  • Hoogst zelden groeien na enige tijd oppervlaktecellen van het hoornvlies door in het snijvlak van het flapje. Dit heet ingroei van het epitheel. Dit is vaak goed te behandelen door de oogarts.

Specifiek voor TransPRK en LasikPRK-ooglaserbehandelingen:

  • In het eerste jaar kan het resultaat achteruitgaan door blootstelling aan sterke UV-straling. Daarom is het belangrijk om bij felle zon een goede zonnebril te dragen. Bij achteruitgang (regressie) kan herbehandeling het zicht herstellen.

Mogelijke complicaties bij het voorzetlensimplantatie

  • Het kan zijn dat de geïmplanteerde lens niet goed zit. De lens moet dan via een nieuwe ingreep worden verwisseld of opnieuw worden geplaatst.
  • Na een voorzetlensimplantatie is de kans op staarvorming op hogere leeftijd iets verhoogd.
  • Hard en frequent wrijven in de ogen kan het hoornvlies beschadigen.
  • Bij een hele harde klap op het oog kan de lens loslaten.

Mogelijke complicaties bij een vervanglensimplantatie

  • Er is kans op optische neveneffecten zoals het zien van halo's of verminderd contrast. Deze nemen meestal na een paar maanden af, maar kunnen blijvend zijn.
  • Het netvlies kan geprikkeld raken, waardoor u minder scherp ziet (maculaoedeem). Dit herstelt meestal vanzelf.
  • Er is een hele kleine kans op kapselruptuur met glasvochtprolaps. Dit is meestal goed te corrigeren. Bij ons is de kans daarop minder dan 0,1%; aanzienlijk kleiner dan het geaccepteerde cijfer van 0,05%.
  • Er is een iets grotere kans op loslaten van het netvlies (Ablatio Retinae) na het implanteren van een lens. Bij onbehandelde ogen is die kans 0,5%, na een lensimplantatie 0,14%.

Regelmatige controles en 24/7 bereikbaar

Uw oogarts is betrokken bij uw behandeling vanaf het vooronderzoek tot u helemaal hersteld bent. We houden goed in de gaten dat uw herstel probleemloos verloopt en grijpen op tijd in om complicaties te voorkomen en te verhelpen. Merkt u tussen de controles door dat er iets niet naar wens gaat, neem dan gerust contact met ons op. Dat kan 24 uur per dag, elke dag van de week.


Maak een afspraak
 
Contact   opnemen
 
Bergman Clinics

Let op: op dit moment hebben we te maken met een telefonische storing en zijn we niet goed bereikbaar. Per mail en chat zijn we wel bereikbaar. We werken hard aan een oplossing!