Een lenswissel is mogelijk als u:
- U bent ouder dan 50 jaar en hebt een bijziendheid afwijking (slecht zicht in de verte) groter dan – 3.00 of een verziendheid afwijking (slecht zicht dichtbij) groter dan +1.00. Indien u een cilinderafwjjking heeft tot XX kunnen wij deze mee corrigeren door middel van een torische lens.
- U bent jonger dan 50, verziend (slecht zicht op korte afstand), maar een ooglaserbehandeling of voorzetlenzen zijn bij u niet mogelijk.
- U hebt (beginnende) staar, een vertroebelde ooglens
Of uw ogen geschikt zijn voor deze behandeling en voor welk type lens u in aanmerking komt hangt daarnaast van enkele andere zaken af, zoals uw levensstijl en de afwijking, vorm en dikte van uw hoornvlies, de bouw en gezondheid van uw ogen en de toestand van uw netvlies. Na een uitgebreid vooronderzoek bespreekt de oogarts met u de mogelijkheden en geeft u advies.