Als de infectie van de heupprothese binnen zes weken na de operatie optreedt en direct wordt behandeld met uitgebreid spoelen van de heup en het geven van antibiotica, kan de prothese worden behouden. Indien een langere termijn verstrijkt, moet de prothese meestal worden verwijderd om later na volledige genezing van de infectie weer een nieuwe heupprothese te implanteren. Een geïnfecteerde prothese vereist vaak meerdere operaties om de botvlakken vrij van bacteriën te krijgen. Wanneer uiteindelijk opnieuw een heupprothese geplaatst wordt, zal gedurende ongeveer een half jaar een combinatie van antibiotica gegeven worden om de nieuwe prothese te beschermen.