Onderzoek & diagnose
De precieze oorzaak van dystrofie is nog steeds onbekend is. Daarom worden vele behandelingen toegepast en de keuze is met name sterk afhankelijk van de desbetreffende behandelaar.
Steeds dienen de specifieke klachten en verschijnselen van de individuele cliënt leidend te zijn in het kiezen van de behandeling(en). De behandeling met medicijnen richt zich (behalve op de pijnstilling) op het remmen van de ontsteking en zonodig het stimuleren van de doorbloeding. In de acute fase van dystrofie wordt aanbevolen om zuurstofradicalenvangers te gebruiken: DMSO crème 50% lokaal op de huid (5x daags) en N-Acetylcysteïne (Fluimucil) bruistablet, 3x daags 600 mg. Bij de behandeling van calcium-influx blokkers wordt ervan uitgegaan dat deze de doorbloeding in de arm bij ‘koude dystrofie’ zouden verbeteren. Pijnbestrijding bij dystrofie bestaat in eerste instantie uit paracetamol mede ook omdat er geringe bijwerkingen zijn. Om de ontsteking te remmen worden ontstekingsremmende pijnstillers voorgeschreven. Deze middelen worden ook wel NSAID’s genoemd (niet-steroïde ontstekingsremmende middelen).