Wat is een ‘brok in de keel’?
Een brok in de keel is een veel voorkomende klacht, maar wordt vaak gezien als onschuldig van aard. Het brokgevoel leidt vaak tot schrapen, slikken en kuchen. Hierbij kan wat slijm gemaakt worden. Doordat we op een bepaald moment stress ervaren, spannen we onbewust de spieren in het keelgebied aan. Het strottenhoofd komt strakker te staan als de spierspanning groter wordt. Het wordt daardoor moeilijker om het strottenhoofd op en neer te bewegen. Het gevolg is dat slikken pijnlijker wordt en de meeste het ervaren alsof er een vissengraatje in de keel steekt.
Oorzaken van een onschuldig brokgevoel
Stress
Dit leidt tot aanmaak van het hormoon adrenaline wat de slijmvliezen droger maakt. Speeksel wordt minder snel geproduceerd, waardoor het slikken lastiger maakt. Het enige wat helpt is om de ontroering machtig te zijn, waardoor de brok vanzelf uit de keel zal verdwijnen.
Veel slijm in de keel
Dit is vaak afkomstig uit de neus en neusbijholten. Het kan zijn dat je bewust bent van de aanmaak van dit slijm of juist het doorslikken ervan. Hierdoor kan je ook een bepaald brokgevoel ervaren.
Klachten
De klachten worden in het algemeen omschreven als:
- Het gevoel hebben dat er iets is blijven steken in de keel.
- Dat er een band om de hals vastzit.
- Er een slijmprop in de keel zit die niet weg te slikken is.
Brok in de keel door lichamelijke aandoeningen
Een brokgevoel kan een klacht zijn die hoort bij een lichamelijke aandoening. Deze gaan vaak gepaard met andere klachten, zoals keelpijn, heesheid, oorpijn of moeite om vaste voeding door te slikken.
Neusbijholteontsteking
De keel kan extra geïrriteerd raken door een ontsteking van de neusbijholten. Dit heeft te maken met extra ontstoken slijmafscheiding, waardoor er een brokgevoel kan ontstaan.
Allergie
Allergie voor huisstofmijt, een bestanddeel van huisstof, leidt meestal tot klachten van neusverstoppingen. Dit kan zich ook uiten in de keel, waardoor dit een jeukend of schraal brokgevoel kan geven.
Vergrote tongamandel
Doordat de tongamandel zich achter op de tong bevindt, is deze meestal niet direct in de keel te zien. Als in het verleden de keelamandelen verwijderd zijn, komt het een enkele keer voor dat de tongamandel zich vergroot. Deze vergrote tongamandel kan dan een brokgevoel geven. Dit gevoel kan ook ontstaan als de tongamandel chronisch ontstoken is.
Zuurbranden
Dit is een aandoening waarbij maagzuur terugvloeit in de slokdarm en dit soms ook voelbaar is in de keel. Er zijn aanwijzingen dat bij sommigen het brokgevoel veroorzaakt wordt door zuurbranden.
Ook een maligniteit (kanker) kan een brokgevoel geven
Vaak maakt men zich het meeste zorgen over een maligniteit, oftewel een kwaadaardige aandoening van de keel, het strottenhoofd of de slokdarm. Gelukkig is deze aandoening erg zeldzaam. De kans hierop is wel sterk verhoogd bij overmatig gebruik van alcohol of langdurig roken. In het geval het brokgevoel samengaat met stemverandering, moeite met eten, gewichtsverlies en oorpijn is onderzoek door een KNO-arts binnen 6 weken na optreden van de klachten noodzakelijk. Een kwaadaardige afwijking kan bij het eerste onderzoek meestal worden opgemerkt.
Spierspanning van het strottenhoofd
In en rondom het strottenhoofd lopen spiertjes, onder andere die van de stembanden. Bij verkeerd stemgebruik wordt een deel te intensief gebruikt. Dit kan een brokgevoel geven.
Aanlegstoornis van het strottenhoofd
Soms kunnen de stembanden bij sommige mensen niet goed sluiten. De stem is hierdoor niet krachtig genoeg, zodat de stem gemakkelijk geforceerd wordt. Naast een brokgevoel kan men dan soms ook klagen over een hese stem of een onvoldoende krachtig stemgeluid.
KNO-onderzoek
Het is soms prettig om dit na te laten kijken door een KNO-arts om een bepaalde angst weg te nemen. Als de KNO-arts namelijk geen duidelijke oorzaak vindt, wordt het de patiënt aangeraden om af te wachten. De klacht verdwijnt vaak vanzelf. Soms is stressvermindering of logopedie een oplossing. Als er lichamelijke oorzaken zijn, dan kan de KNO-arts deze verder behandelen. Belangrijk is dat met een beperkt onderzoek de oorzaak wordt gevonden, zodat u zo snel mogelijk uit de onzekerheid bent en de behandeling kan beginnen. Onnodig onderzoek moet altijd worden vermeden.