Onderzoek & diagnose verzakking
Heeft u mogelijk last van een verzakking, dan gaat u eerst naar uw huisarts. U kunt uw problemen met uw huisarts bespreken en als het nodig is, verwijst uw huisarts u door naar een gynaecoloog. Kiest u voor ons, dan nodigen wij u uit voor een gesprek met onze specialisten. We bespreken uw klachten en uw medische voorgeschiedenis, onderzoeken u en stellen samen met u een behandelplan op.
Met uw arts bespreekt u welke klachten en problemen u ervaart en krijgt u advies over de behandeling van de verzakking. De behandeling hangt af van hoe erg uw klachten zijn, hoe erg de verzakking is en welke behandeling u het liefst wilt. De behandelingen lopen uiteen van fysiotherapie tot een buikoperatie maar ze beginnen allemaal met het intakegesprek.
Eerste gesprek
Met een doorverwijzing van uw huisarts kunt u bij een van onze specialisten een afspraak maken voor een eerste consult. Aan de hand van een vragenlijst komt de specialist meer te weten over uw klachten en over eventuele operaties die u eerder al heeft gehad. U kunt rustig uw problemen en uw verwachtingen bespreken.
Inwendig onderzoek
Tijdens uw bezoek doet de gynaecoloog ook een lichamelijk onderzoek om de aard en de omvang van de verzakking te beoordelen. Om de baarmoedermond en de vaginawand goed te kunnen zien, brengt de gynaecoloog een spreider (speculum) in de schede naar binnen. Mogelijk vraagt de arts u tijdens dit onderzoek te persen om de verzakking onder druk te zetten. Zo wordt bekeken hoe groot de verzakking is. Heeft u last van urine- of ontlastingsverlies, dan onderzoekt de arts dat ook.
Aanvullend blaasonderzoek
Heeft u een blaasverzakking, dan kan er extra onderzoek nodig zijn naar de werking van uw blaas. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht of u een infectie aan uw urinewegen heeft (zoals blaasontsteking), de gynaecoloog kan u vragen een plasdagboek bij te houden of er wordt urodynamisch onderzoek bij u gedaan. Daarbij kijkt de arts hoe uw blaas precies reageert. Via een dun slangetje in uw urinebuis (katheter) wordt uw blaas gevuld. Vervolgens kan er gemeten worden wat er precies gebeurt als u hoest of plast. Dat geeft informatie over de blaasspier, de werking van de bekkenbodem en de mate van urineverlies. De gynaecoloog kan daarmee de ernst van uw klachten beter in schatten en de behandeling hierop aanpassen.
Al uw klachten goed in beeld
Klachten rond de bekkenbodem kunnen komen door een verzakking, maar ook door andere problemen. Een verzakking komt bijvoorbeeld vaak voor samen met incontinentie, maar niet altijd komt de incontinentie door de verzakking. Daarom is de belangrijkste stap goed onderzoeken wat er precies aan de hand is. Daarna pas kan de gynaecoloog ze adequaat behandelen.
Bekkenfysiotherapie of operatie?
Na het eerste onderzoek heeft de gynaecoloog al een goed beeld van uw problemen. Wanneer blijkt dat de spieren in uw bekkenbodem niet goed werken, vraagt de gynaecoloog soms een bekkenfysiotherapeut om advies. De bekkenfysiotherapeut kan u oefeningen geven om de spieren te verstevigen. Dit kan vooral voor vrouwen met een lichte tot matige verzakking de klachten voldoende verhelpen. Bij andere lichte tot matige verzakkingen is een pessarium mogelijk een goed alternatief. Of er bij u een operatie nodig is, hangt erg af van uw persoonlijke situatie. Uw klachten en uw voorgeschiedenis spelen daarbij een grote rol. Bespreek dit daarom goed met uw gynaecoloog en laat u goed voorlichten.