Resultaat en nazorg
Herstel
Een operatie heeft bij 80% tot 90% van de cliënten een goed resultaat. De beste resultaten worden behaald bij cliënten die relatief milde klachten hadden voor de ingreep. Bij cliënten die van te voren langdurige of ernstige klachten hadden bestaat de kans dat na de operatie klachten aanwezig blijven omdat de zenuw(functie) zelf door de beklemming beschadigd is geraakt en dit niet meer omkeerbaar is. Vooral de spierfunctie heeft lang de tijd nodig om te herstellen, dit kan soms 2 jaar duren.
Nabehandeling
De exacte nabehandeling hangt af van de gebruikte techniek. Om te zorgen dat de zenuw niet vastgroeit in littekenweefsel (wat opnieuw voor prikkeling van de zenuw kan zorgen) moet je al binnen enkele dagen bewegen met de elleboog. Dit zal in de eerste weken begeleid worden door de handtherapeut. Met name als de zenuw onder spierweefsel is verplaatst, is er wat meer bescherming nodig en wordt er een afneembare spalk gemaakt die je maximaal 3 weken draagt, maar af mag doen om te oefenen. Kracht zetten mag je in dat geval pas na 6 tot 8 weken.
Complicaties
Algemene complicaties die na elke operatie kunnen voorkomen zijn nabloedingen, infecties, dystrofie en narcoseproblemen (als je voor een behandeling onder narcose heeft gekozen).
Specifieke complicaties die na een operatie voor het cubitale tunnel syndroom kunnen voorkomen zijn: een doof gevoel rond het litteken, pijnlijke neuromen (gevoelige zenuwuiteinden in het operatiegebied), pijn in de elleboog, pijnlijk subluxeren (verplaatsen) van de zenuw bij buigen en strekken van de elleboog en letsel van de zenuw takjes naar één van de polsbuigers. Na een langer bestaande zenuwbeklemming kan het zijn dat je klachten niet (helemaal) verholpen zijn omdat de operatie gewoon onvoldoende effect heeft en de zenuw niet meer herstelt.
Na de operatie krijg je een brief mee met de telefoonnummers die je kunt bellen in geval van problemen binnen en buiten kantooruren.