Behandeling afwijkend uitstrijkje
Afhankelijk van de uitslag van de colposcopie, kan er in overleg met u worden gekozen voor een behandeling. Dit gebeurt door middel van een zogenaamde lisexcisie, waarbij een weefselstrip van de baarmoederhals (cervix) wordt afgenomen. Vrouwen met matige (CIN II) of sterke (CIN III) afwijking op de baarmoedermond komen in aanmerking voor een lisexcisie.
Hoe verloopt een lisexcisie
Deze ingreep vindt poliklinisch plaats in de behandelkamer van de kliniek en gebeurt onder plaatselijke verdoving. De arts verdooft met een dun naaldje de baarmoedermond zodat u de behandeling zelf niet voelt. Ook wordt er een sticker op het been geplakt om de stroom van het apparaat te geleiden. De gynaecoloog gebruikt vervolgens een dunne metalen lis. Hiermee wordt, door verhitting, een oppervlakkige laag cellen van de baarmoedermond weggenomen.Van de ingreep zelf voelt u dus vrijwel niets, maar het kan wel onverwachte geluiden geven en onaangenaam ruiken.
Na de ingreep kunt u 2 tot 4 weken gehinderd worden door vaginaal bloedverlies of afscheiding. Dit verdwijnt in de meeste gevallen vanzelf als de wond geneest.
Gedurende 2 weken na de lisexcisie en/ of zolang u nog enig bloedverlies of bloederige afscheiding hebt, is het verstandig om geen seksueel contact te hebben, geen tampons te gebruiken en niet te zwemmen. (U mag wel douchen).