Weg met die keelamandel
Omdat je vaak verkouden bent en keelpijn hebt, gaat de dokter je ‘keelamandelen‘ weghalen. Die zitten achter in je keel.
Je gaat heel vroeg naar het ziekenhuis om de keelamandel te laten verwijderen. In het ziekenhuis krijg je eerst een pyjama aan (best een stomme). Dan ga je naar een grote kamer met een hele coole lampen. Daar mag je bij mama of papa op schoot zitten als je gaat slapen. Want dat moet even.
Om te slapen, hoef je alleen maar een paar keer goed in -en uit te blazen in het kapje. Dat ruikt niet zo lekker. Maar als je er paar keer goed in blaast, hoef je lekker geen prikje!
Als je weer wakker wordt, lig je in een bed en heb je een klein slangetje in je arm. Door dit slangetje heb je veel minder pijn. Hoera! De keelamandel is verwijderd. Je moet wel meteen héél goed drinken. Want als je goed drinkt, mag het slangetje er snel weer uit. En omdat je zo stoer bent geweest, krijg je van het ziekenhuis een superlekker ijsje!
Mama of papa blijft bij je tot je weer naar huis mag. Thuis moet je nog wel heel veel koude limonade of water drinken – melk mag niet – en mag je lekker vla of appelmoes eten. Als je nog pijn hebt, krijg je een zetpilletje tegen de pijn. En na twee of drie dagen mag je, als het mooi weer is, weer lekker buitenspelen.
