Duizeligheid is een klacht die veel voorkomt en kan zeer bedreigend zijn. Het brengt je immers letterlijk en figuurlijk uit balans. Waarbij het extra gevaarlijk kan zijn voor mensen ouder dan 65 jaar. Je kunt er zo onzeker van worden dat het je dagelijkse leven beïnvloedt. Bij oudere mensen kan het soms leiden tot verlies van zelfstandigheid.
Normaal gesproken krijgt ieder mens voortdurend informatie over de ruimte om zich heen en over de positie die het lichaam daarbinnen aanneemt. Die informatie is afkomstig uit de volgende deelsystemen:
Het evenwichtsorgaan
Dit is gelegen in het rotsbeen en vormt met het slakkenhuis het binnenoor. Het evenwichtsorgaan is gevoelig voor veranderingen van de stand van het hoofd.
De ogen
Als men de ogen sluit is stilstaan of lopen moeilijker.
Het gevoel in de spieren en pezen
Signalen uit de benen en de nek geven informatie over de stand van het lichaam en van het hoofd ten opzichte van het lichaam.
Al deze informatie wordt verwerkt in de kleine hersenen en de hersenstam. Van daaruit gaan prikkels naar de spieren van het lichaam, zodat diegene zijn houding kan aanpassen en uiteindelijk zijn evenwicht bewaart. Er gaan ook signalen met informatie naar de grote hersenen waar het bewustzijn zetelt. Indien daar nog niet bekende of verkeerde signalen binnenkomen, ontstaat het gevoel van duizeligheid. Duizeligheid is in feite de ervaring van een gevoel dat op zichzelf niet gemeten kan worden.
Oorzaken van duizeligheid
Elke stoornis op een van de plaatsen in het hele systeem kan duizeligheid en/of evenwichtsklachten veroorzaken.
Aanval draaiduizeligheid
Vooral een acute aandoening van een van de evenwichtsorganen leidt tot heftige draaiduizeligheid met misselijkheid en braken. Vaak ziet men daarbij de omgeving draaien. De klachten kunnen minuten tot uren duren, waarna spontaan herstel optreedt.
De bekendste oorzaken van een acute aanval van draaiduizeligheid zijn:
- Ontsteking van het evenwichtsorgaan. Meestal gaat het om een virale ontsteking in aansluiting op een griepperiode.
- De ziekte van Ménière.
- Een aanval van migraine (waarbij de duizeligheid vaak gepaard gaat met hoofdpijn).
- Doorbloedingsstoornis of bloeding in evenwichtsorgaan en/of (kleine) hersenen.
Bij migraine en de ziekte van Ménière treden bij herhaling duizeligheidsaanvallen op. Als na een acute aanval van draaiduizeligheid schade is opgetreden aan het evenwichtsorgaan, kan men na de acute fase nog lange tijd last houden van een gevoel van onbalans en valneigingen (bijvoorbeeld bij snelle bewegingen).
Benigne paroxysmale positieduizeligheid (BDDP)
Heb je weleens een aanval van draaiduizeligheid als je je hoofd snel van houding verandert? Je zou dan zomaar last kunnen hebben van positieduizeligheid. Dit kan bijvoorbeeld zijn bij het vooroverbuigen, omdraaien in bed, omhoog of achteromkijken. Een positieduizeligheid aanval duurt hooguit 1 minuut.
Positieduizeligheid is vervelend, maar een periode met aanvallen van draaiduizeligheid gaat altijd binnen 4 weken vanzelf over. Hoe ontstaat positieduizeligheid? Dit heeft te maken met je evenwichtsorgaan.
Bloeddrukdaling
Een daling van de bloeddruk bij overeind komen kan leiden tot een licht gevoel in het hoofd bij opstaan of langdurig staan. Dit wordt ook wel orthostatische hypotensie genoemd en kan soms een bijwerking van medicatie zijn.
Bloedsuikerdaling
Duizeligheid ontstaat ook bij een laag bloedsuikergehalte of vergiftigingen (bijvoorbeeld door alcohol of medicijngebruik).
Angst
Depressie en angst kunnen ook leiden tot duizeligheidsklachten. Meestal krijgt men dan last van een licht, zweverig gevoel en geen draaiduizeligheid.
Hyperventilatie
Duizeligheid kan ook ontstaan ten gevolge van hyperventilatie. Je ademt dieper en sneller dan gewoonlijk als je hyperventileert. Je ademt daardoor te veel koolzuur uit en hierdoor daalt het koolzuurgehalte in het bloed. Het gevolg is dat de ventilatie groter is dan de lichamelijke behoefte, wat uiteindelijk kan leiden tot duizeligheid. Nevenverschijnselen kunnen bovendien ook optreden zoals tintelingen in de vingers en rond de mond, transpireren, angst en onrust of juist een druk op de borst.
Onderzoek
Het belangrijkste deel voorafgaand het onderzoek is uw eigen verhaal. Op grond daarvan kan vaak al vermoed worden wat de oorzaak van de duizeligheid (geweest) is en welk onderzoek eventueel nog verricht moet worden.
Er wordt gelet op de volgende aspecten:
- Om wat voor duizeligheid gaat het? Draait de omgeving? Heeft u het gevoel om te vallen? Voelt u zich licht in het hoofd?
- Wat is het verloop in de tijd? Ontstonden de klachten geleidelijk of acuut? Hoe lang duurde de klachten? Is de duizeligheid continu aanwezig?
- Zijn er omstandigheden waardoor de klachten optreden of verergeren? Worden de klachten bijvoorbeeld uitgelokt door hoofdbewegingen? Doen ze zich voor bij omdraaien in bed, bij rechtop gaan staan, tijdens lopen of in drukke winkels?
- Zijn er andere verschijnselen, zoals verminderd gehoor, oorsuizen, hoofdpijn, misselijkheid, braken, hartkloppingen, transpireren, moeite met praten, dubbelzien, benauwdheid en angst?
Vanzelfsprekend wordt ook geïnformeerd naar uw algemene gezondheid en het gebruik van eventuele medicijnen. Het kan voorkomen dat niet alles ter sprake komt bij uw eerste bezoek met de KNO-arts. Wellicht is een tweede bezoek dan nodig, eventueel in combinatie met aanvullend onderzoek (bv hoortest, evenwichtsonderzoek, scan). Naar aanleiding van uw verhaal en de resultaten van eventueel aanvullend onderzoek verkrijgt men meestal duidelijkheid over de oorzaak van de duizeligheid. Dit hoeft dus niet altijd te maken te hebben met een evenwichtsstoornis. Vervolgens wordt er bekeken of er een passende behandeling mogelijk is.
Meer informatie over duizeligheid kun je vinden op gezondheidsplein.nl